Tour du salle
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg Arend
13 Februari 2010 | Congo, Democratische Republiek v, Mweso
De tour de salle ofwel visite leg ik dagelijks met 2 of 3 verpleegkundigen af. Soms beginnen we wat later omdat ik bij de eindeloze ochtendbespreking zit. Soms omdat zij een bespreking hebben. En een andere keer is men net bezig de zalen schoon te boenen/uit te mesten. En dat is nodig ook. Over het algemeen is het behoorlijk schoon maar laatst nog zat ik aan de rand van het bed van een patiënt en de penetrante lucht die mijn neus binnen drong deed mij denken aan de tijd dat we thuis een konijn hadden en ik verplicht zo nu en dan het hok moest verschonen. Alle patiënten zitten of liggen tijdens de schoonmaakwerkzaamheden op het gras van de binnentuin. De binnentuinen zijn het best onderhouden deel van het hele ziekenhuis. De grasvelden zijn schoner dan het operatieblok, de fleurige bloemen vormen de enig aanwezige decoratie en de lucht is heerlijk fris. Naar ik heb vernomen komt dit allemaal doordat een van de meer belangrijke katholieke zusters een fetisj voor tuinieren heeft. Alles gaat zoals men hier zegt: “Au rithme du pays”. En dat is uiteraard geen Hollands ritme. Sommigen zullen direct denken dat mij dat ritme wel zal liggen. Ooit heb ik in Zuid-Afrika geleerd dat God de blanke mens een klok heeft gegeven en de zwarte mens de tijd. In dit perspectief beschouw ik mijzelf wel degelijk als een witte met een zwart hartje. Maar na 2 weken geslof langs de bedden en dagelijks opnieuw aanvragen van laboratorium onderzoek waarvan de uitslag de dag ervoor al bekend had moeten zijn, werkt dit ook op mijn zenuwen. Hier bestaat duidelijk een grote cultuur kloof. De gemiddelde patiënt komt laat met zijn klachten. Ik wil graag dezelfde dag labresultaten om daarop een behandeling af te stemmen. De verpleging echter ziet hier blijkbaar niet altijd de noodzaak van in, terwijl zij vaak wel de patiënt graag snel weer zien vertrekken. Heb je niemand ontslagen vragen zij mij teleurgesteld aan het einde van de visite op mijn eerste dag. Bij enkele patiënten is hun verzoek wel gegrond. Ziekenhuisopname kan voor een aantal patiënten net als voor sommigen in Nederland een hoop secundaire ziektewinst bieden. Bijvoorbeeld een matras om op te slapen, gratis eten en even verlost zijn van de dagelijkse zorg of arbeid thuis. De communicatie met patiënten is problematisch voor mij. Er zijn bijna geen patiënten die Frans spreken en in het Swahili kan ik hen alleen begroeten en vragen hoe het gaat. “Jambo, habari” nzuri (goed) is dan het standaard antwoord, ook al gaat het vreselijk slecht. De dialoog met de patiënt is erg belangrijk omdat ik zo weinig onderzoeken kan aanvragen. Vertalingen via de Frans sprekende verpleegkundigen verlopen naar mijn mening niet vlekkeloos. Behalve het gesprek met de patiënt zijn ook de omgangsvormen hier compleet anders dan in Europa. Er wordt bijvoorbeeld hartelijk gelachen rond het bed van een doodzieke patiënt. En voor het controleren van de reactie op pijnprikkels bij een comateuze vrouw wordt er even flink in haar tepel geknepen. Zonder de patiënt aan te kijken wordt er een ledemaat vastgepakt en met een priemende vinger betast om te zien of er oedeem (vochtophoping) in zit. “Doet het meer pijn als ik hier in de buik druk?” vraag ik de verpleegster om te vertalen. “Kijk maar naar zijn gezicht”, zegt zij en pookt even flink in de regio van de maag. De patiënt vertrekt al zijn aangezichtsspieren en kreunt. Inderdaad het is mij nu ook duidelijk. Zonder protest ondergaat deze patiënt de marteling nog een aantal keer als ook een 2e verpleegkundige dit even wil proberen of gewoon nogmaals uitvoert om mij te overtuigen.
Afgezien van de omgangsvormen en het lokale arbeidsethos is het meest schrijnende wellicht het aantal hopeloze gevallen dat ik op mijn afdeling heb liggen. Naast de vrouw met mogelijke hypothyreoïdie (traag werkende schildklier) en die met hartfalen heb ik ook een dame met suikerziekte. Nadat zij in het ziekenhuis voor de 3e keer op insuline is ingesteld wil zij graag weer naar huis. Zonder enige vorm van behandeling zal zij echter binnen enkele weken zo niet dagen terug zijn met opnieuw compleet ontregelde bloedsuikerwaarden. Haar ogen zijn al door de diabetes aangetast, waardoor zij slecht ziet. MSF heeft echter niet zo’n sterk beleid op chronisch zieken en het Nationale BCZ (Bureau Centrale du Zone de santé) heeft al helemaal geen interesse of behandeling voor dit soort patiënten te bieden. Dan is er nog een jonge dame van 16, behandeld voor malaria of palludisme zoals dat op zijn Frans heet. Aanvankelijk leek het goed te gaan maar na enige tijd, en dat is inmiddels bijna 2 weken, raakte zij in een coma dat tot heden stand houdt, oorzaak onbekend. Aangezien alle beschikbare antibiotica al op haar zijn losgelaten en ook alle laboratorium testen inclusief HIV geen nieuws hebben gebracht zijn we maar begonnen met tuberculose medicatie. De aanhoudende koorts die zij had is verdwenen maar haar pupillen reageren nog steeds niet op licht… Natuurlijk zijn er ook succes verhalen. Een man met onduidelijke buikklachten bleek op de operatie tafel toch een blinde darmontsteking te hebben. Eenvoudig opgelost dus. De 2 mannen met astma die tijdelijk waren opgenomen voor behandeling van hun ziekte. In Nederland zou dit met de juiste medicatie gewoon thuis kunnen worden behandeld. Hier komen deze patiënten wegens gebrek aan die medicatie waarschijnlijk nog een aantal keren terug maar ze verlaten het ziekenhuis altijd weer in een betere toestand dan waarin zij zijn gekomen. Zoals ik eerder al heb aangegeven vindt de grootste gezondheidswinst plaats in de eerste lijn. Op het niveau van het lokale Centre de Santé. En daarvoor zelfs nog door het bieden van schoon drinkwater, toiletten of latrines en door het geven van vaccinaties. Allen dingen die MSF hier ook in de regio doet. Het zijn echter altijd de individuele schrijnende gevallen die het meest aanspreken en die je bij blijven.